Per 1 juli 2015 is het met de invoering van de WWZ al makkelijker geworden om een arbeidsovereenkomst van een werknemer die de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt op te zeggen. De werkgever kan zonder tussenkomst van het UWV of de kantonrechter de arbeidsovereenkomst opzeggen en is ook geen transitievergoeding verschuldigd. Dit geldt ook voor werknemers die, nadat ze de AOW-gerechtigde leeftijd bereiken, hetzelfde geldt voor een werknemer die na het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd nog even doorwerkt en waarvan het dienstverband daarna door de werkgever wordt beëindigd..
Het in dienst nemen, of houden, van werknemers die de AOW-gerechtigde leeftijd al hebben bereikt krijgt hiernaast nog een aantal voordelen.
Op 29 september 2015 heeft de Eerste Kamer het wetsvoorstel Wet werken na de AOW-gerechtigde leeftijd aangenomen. Doel van dit wetsvoorstel is het faciliteren van werken na de AOW-gerechtigde leeftijd door de huidige belemmeringen op te heffen. Het moet voor werkgevers aantrekkelijker worden om AOW-gerechtigden in dienst te nemen of te houden. Het wetsvoorstel versoepelt het arbeidsrechtelijke regime voor AOW-gerechtigde werknemers.
Het wetsvoorstel bevat de volgende maatregelen:
Door dit wetsvoorstel moet het financieel aantrekkelijker worden voor werkgevers om AOW-gerechtigden in dienst te nemen of te houden zonder dat dit zorgt voor verdringing van jongere werknemers. Om die verdringing tegen te gaan heeft de wetgever de volgende maatregelen genomen:
De geplande inwerkingtreding van het wetsvoorstel is op 1 januari 2016. Na twee jaar zal het wetsvoorstel worden geëvalueerd. Er zal dan in ieder geval worden besproken in hoeverre de beperking van de loondoorbetalingsverplichting bij ziekte tot verdringing heeft geleid van jongere werknemers door AOW-gerechtigden.
Oproepkracht weigert aanbod werkgever voor een vaste arbeidsomvang; oproepkracht kan ook in dat geval met succes nog steeds een beroep doen op het rechtsvermoeden van de arbeidsomvang. Verhouding art. 7:610b BW (rechtsvermoeden van arbeidsomvang) en art. 7:628a lid 5 BW (verplicht aanbod vaste arbeidsomvang bij oproepovereenkomst na periode van 12 maanden). Kan werknemer met terugwerkende kracht beroep doen op rechtsvermoeden art. 7:610b BW als hij aanbod op grond van art. 7:628a lid 5 BW mede t.a.v. die periode heeft afgewezen?
Lees verder