Wijzigingen WW: uitkering kan mogelijk toch lager uitvallen.


Wijzigingen WW per 1 juli 2015:

  • De hoogte van de uitkering is gedurende de eerste 2 maanden 75%, hierna 70% van het dagloon. Berekeningswijze dagloon is gewijzigd;
  • Na een half jaar WW is iedere arbeid passend. Dit betekent dat het niveau, ervaring of salaris geen belemmering meer mag zijn bij het aanvaarden van een baan;
  • Indien een uitkeringsgerechtigde gaat werken naast de uitkering, wordt het inkomen uit arbeid verrekend met de uitkering. Onafhankelijk van het uurloon van de arbeid, zal de uitkeringsgerechtigde er nooit op achteruit gaan als hij/zij gaat werken naast de uitkering. Dat betekent dat u van elke verdiende bruto euro altijd 30% zelf mag houden.


Deze maatregelen zijn ingegaan op 1 juli 2015 en gelden voor werknemers die op of na 1 juli 2015 instromen in de WW.

Wijzigingen per 1 januari 2016

  • Per gewerkt jaar bouwt een werknemer 1 maand WW-recht op. Na 10 arbeidsjaren zal per gewerkt jaar een halve maand aan WW-recht worden opgebouwd. Met andere woorden; de opbouw wordt: 1 maand per dienstjaar voor de eerste 10 dienstjaren, ½ daarna.

Overgangsregeling: de tot 1-1-2016 opgebouwde rechten blijven gehandhaafd. Als het arbeidsverleden meer dan 24 jaar is, zal er sprake zijn van een geleidelijke afbouw tot het wettelijk minimum van 24 maanden wordt bereikt.

Hoogte uitkering kan mogelijk lager uitvallen per 1 juli 2015
Als een werknemer een WW-uitkering heeft aangevraagd, zal het UWV de hoogte van de uitkering vaststellen. De hoogte is en blijft 75% over de eerste 2 maanden en daarna 70% van het dagloon. Het uitgangspunt is derhalve het dagloon. Het dagloon is het gemiddeld verdiende loon per dag waarover de hoogte van de WW-uitkering wordt berekend. Vanaf 1 juli 2015 is de wijze waarop het dagloon wordt berekend veranderd.

Voor 1 juli 2015 (oude berekeningswijze):
Het dagloon werd berekend door het loon – verdiend in het jaar voorafgaand aan de WW – te delen door het aantal gewerkte dagen. Als er niet het hele jaar was gewerkt, telden alleen de daadwerkelijk gewerkte dagen bij de laatste werkgever voor de berekening van de WW hoogte.

Vanaf 1 juli 2015 (nieuwe berekeningswijze):
Het dagloon wordt berekend door het loon van het jaar voorafgaand aan de WW te delen door het totaal aantal werkdagen in een jaar (261), ongeacht of er nu wel of niet het hele jaar is gewerkt.

Deze nieuwe berekeningswijze van het dagloon heeft als onbedoeld effect dat sommige werknemers een lagere WW-uitkering ontvangen. Iemand die niet het hele jaar heeft kunnen werken, zoals bijvoorbeeld: starters, herintreders of mensen die vanuit de WW een tijdelijke baan accepteren, ondervindt dit negatieve gevolg.

De vakbond CNV heeft de Minister op dit onbedoelde effect gewezen en verzocht om de wet te repareren (Bron CNV). Echter, de Minister heeft dezelfde dag (16 juli 2015) aangegeven dat er geen herziening komt (Bron NOS). “Het is niet te vermijden dat sommige mensen in de nieuwe situatie een lagere WW-uitkering krijgen. Maar uiteindelijk is het nieuwe systeem eerlijker”, aldus de Minister.

Uitzendkracht en ziekte

Hoge Raad: uitzendovereenkomst eindigt niet zonder meer bij ziekte van de uitzendkracht

Lees verder