Wijziging ketenregeling

Wijziging ketenregeling 7:668a BW (Hervorming flexibele arbeid, wetsvoorstel Wet Werk en Zekerheid)
In het wetsvoorstel Wet Werk en Zekerheid is bepaald dat de wijzigingen in het arbeidsrecht ten aanzien van de positie van flexwerkers al per 1 januari 2015 in werking treden. Een meerderheid in de Tweede Kamer heeft reeds besloten de wijziging van de zogenoemde ketenbepaling met een jaar uit te stellen. De onderstaande wijzigingen zullen op 1 juli 2015 in werking treden.

De 3x3-regel
Een werkgever kan een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd met een werknemer maximaal twee keer verlengen. De totale duur van de arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd mag de 36 maanden niet overschrijden anders ontstaat er van rechtswege een contract voor onbepaalde tijd. Dit wordt ook wel de 3x3-regel genoemd: maximaal 3 contracten voor bepaalde tijd binnen 3 jaar (7:668a BW). Indien tussen de opvolgende contracten meer dan drie maanden gelegen zijn, ontstaat geen vast dienstverband.
Deze huidige regeling biedt te veel mogelijkheden om werknemers structureel en langdurig in te schakelen op basis van tijdelijke contracten. Een werknemer die langer dan drie maanden niet bij een werkgever in dienst is geweest, kan opnieuw drie arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd over een periode van 36 maanden worden aangeboden. De ketenregeling wordt daarom aangepast.

De 3x2-regel
Artikel 7:668a lid 1 BW nieuw luidt:

Vanaf de dag dat tussen dezelfde partijen:
a. arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd elkaar met tussenpozen van ten hoogste 6 maanden hebben opgevolgd en een periode van 24 maanden, deze tussenpozen inbegrepen, hebben overschreden, geldt met ingang van die dag de laatste arbeidsovereenkomst als aangegaan voor onbepaalde tijd;
b. meer dan 3 voor bepaalde tijd aangegane arbeidsovereenkomsten elkaar hebben opgevolgd met tussenpozen van ten hoogste 6 maanden, geldt de laatste arbeidsovereenkomst als aangegaan voor onbepaalde tijd.

Kortom, maximaal 3 contracten voor bepaalde tijd binnen 2 jaar (7:668a BW). Indien tussen de opvolgende contracten meer dan zes maanden gelegen zijn, ontstaat geen vast dienstverband.

Overgangsrecht tussenpozen:
Het nieuwe artikel 7:668a BW geldt als er op of na 1 juli 2015 een (opvolgende) arbeidsovereenkomst wordt gesloten. Op een opvolgende arbeidsovereenkomst is dan ook de nieuwe ketenregeling van toepassing. Met andere woorden; een opvolgende arbeidsovereenkomst die binnen 6 maanden na de daaraan voorafgaande arbeidsovereenkomst is gesloten, is een opvolgende arbeidsovereenkomst in de zin van artikel 7:668a BW. Let op voor tussenpozen tussen de eerdere arbeidsovereenkomsten (voor 1 juli 2015) blijft de oude regeling van toepassing; de keten wordt doorbroken bij een tussenpoos van langer dan 3 maanden.

Overgangsrecht maximale periode:
Ten aanzien van de maximale duur blijft het huidige / oude art. 7:668 BW van toepassing indien:
Een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd op 1 juli 2015 nog niet de periode van 24 maanden is gepasseerd, maar dit wel tijdens de duur van deze arbeidsovereenkomst gebeurt. Dan is nog geen arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd ontstaan. Op de volgende overeenkomst die afgesloten wordt binnen 6 maanden is de nieuwe regeling wel van toepassing.

Niet afwijken bij CAO:
De verlenging van de tussenpozen (‘niet meer dan 3 maanden’ wordt ‘ten hoogste 6 maanden’) heeft als doel om de kans op een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd voor een werknemer te vergroten. Om te voorkomen dat dit effect te niet wordt gedaan, is het niet mogelijk om bij CAO van deze tussenpozentermijn af te wijken.

In aansluiting hierop wordt eveneens de toepassing van de Ragetlieregel gewijzigd (art. 7:667 lid 4 BW).
Ragetlieregel: opzegging is vereist wanneer een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd (binnen een termijn van maximaal 6 maanden) volgt op een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd bij dezelfde werkgever en de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd niet door rechtsgeldige opzegging of rechterlijke ontbinding is geëindigd.

In de CAO mag ook niet worden afgeweken ten aanzien van het maximaal aantal arbeidsovereenkomsten (drie) en de maximale periode (24 maanden).

Wel afwijken bij CAO:
Er kan alleen bij CAO worden afgeweken van art. 7:668a BW indien het uitzendovereenkomsten betreft of indien de intrinsieke aard[1] van de bedrijfsvoering dit vereist. Echter, ook de mogelijkheid tot afwijken is beperkt. Het maximaal aantal opvolgende overeenkomsten is 6 in een periode van ten hoogste 4 jaar.

Geen toepassing ketenregeling
De ketenregeling is niet van toepassing op:

Bestuurders van rechtspersonen;
Functies in een bedrijfstak waar toepassing van de ketenregeling tot onaanvaardbare consequenties zou leiden en het voortbestaan van de sector in het geding komt;
Leerlingen die een duale opleiding volgen;
Werknemers die de leeftijd van 18 jaar nog niet hebben bereikt.


Bestuurders van rechtspersonen:
Het wetsvoorstel heeft als doel de positie van werknemers met opvolgende arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd te versterken. Volgens de overheid geldt deze redenering niet voor bestuurders van een rechtspersoon. Bestuurders van een rechtspersoon hebben doorgaans voldoende perspectief op de arbeidsmarkt. Ook hebben bestuurders niet te kampen met nadelige gevolgen, waar andere wel mee te kampen hebben. Nadelige gevolgen waar andere mee te kampen kunnen hebben zijn: minder toegang tot scholing en een onzekere positie op de woningmarkt. Geacht wordt op deze wijze rekening te houden met het belang van ondernemingen om ook na meerdere (langjarige) tijdelijke arbeidsovereenkomsten de arbeidsrelatie met een bestuurder te kunnen eindigen.

Functies in een bedrijfstak waar toepassing van de ketenregeling tot onaanvaardbare consequenties zou leiden en het voortbestaan van de sector in het geding komt:
Uit de memorie van toelichting blijkt dat het dan gaat om functies binnen bedrijfstakken waar uitsluitend met tijdelijke overeenkomsten kunnen worden gewerkt, waarvoor het gebruik van langdurige overeenkomsten ook geen oplossing vormt en waarvoor de gemaximeerde afwijkingsgrond onvoldoende soelaas bied. Als voorbeeld wordt het profvoetbal genoemd.

Leerlingen die een duale opleiding volgen:
Een leerling is in dienst bij een bedrijf en volgt daarnaast nog een opleiding. Het is onwenselijk indien binnen de opleidingsperiode, na 3 overeenkomsten of 24 maanden, een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd ontstaat.

Werknemer die de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:
Personen jonger dan 18 jaar zijn gebonden aan de leer- of kwalificatieplicht. De ketenbepaling treedt in werking vanaf de dag waarop de werknemer de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt. De lopende arbeidsovereenkomst op de dag waarop de werknemer 18 jaar is geworden, telt als een eerste arbeidsovereenkomst voor de ketenregeling. De duur van het contract wordt berekend vanaf de dag dat de werknemer 18 jaar is geworden.

Let u per 1 juli 2015 goed op bij het verlengen van arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd. Voor vragen of advies over de ketenregeling kunt u contact opnemen met de advocaten of juristen van Advocatenkantoor Bloem.


[1] Intrisiek: het gaat niet om normale schommelingen in de bedrijfsvoering als gevolg van economische omstandigheden, maar om een noodzaak die voortvloeit uit de aard van de bedrijfsvoering in de sector. Bijvoorbeeld werkzaamheden die projectmatig worden gefinancierd. Hierbij kan je denken aan sectoren media en cultuur en de academische sector.

Uitzendkracht en ziekte

Hoge Raad: uitzendovereenkomst eindigt niet zonder meer bij ziekte van de uitzendkracht

Lees verder