WAB

Afezien van het feit dat het arbeidsrecht sinds 2015 niet meer in balans is, moeten we het per 1 janauri 2020 toch doen met de WAB (Wet arbeidsmarkt in balans).

In vogelvlucht betekent dit voor voor de ontslagpraktijk het volgende:

Ontslag en transitievergoeding

  • nieuwe ontslaggrond, de zogeheten cumulatiegrond. Ontslag is straks mogelijk bij een combinatie van meerdere omstandigheden die afzonderlijk geen voldragen ontslaggrond opleveren, maar die zodanig is dat van de werkgever in redelijkheid niet kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. Wat er dan nog van de h-grond overblijft, blijft onduidelijk.
  • Bij ontbinding op deze cumulatiegrond kan de rechter de voor de werknemer geldende transitievergoeding met maximaal 50 procent verhogen.
    De wachttijd van twee jaar verdwijnt: werknemers krijgen vanaf de eerste dag recht op een transitievergoeding, dus ook bij ontslag tijdens de proeftijd. De huidige berekeningssystematiek over volledige perioden van zes maanden verdwijnt hiermee ook.
    De opbouw van de transitievergoeding wordt verlaagd bij lange dienstverbanden. Voor alle dienstjaren, ongeacht de leeftijd van de werknemer, is de transitievergoeding 1/3 maandsalaris, bij onvolledige dienstjaren naar rato.
    N.B. Bij ontslagaanvragen bij UWV of kantonrechter die zijn gedaan vóór 1 januari 2020 blijft de huidige regeling gelden, ook als daarmee de arbeidsovereenkomst pas in 2020 eindigt.
  • Voor kleine werkgevers (minder dan 25 werknemers) wordt de transitievergoeding gecompenseerd bij bedrijfsbeëindiging wegens pensionering of ziekte. Dit wordt verder uitgewerkt in aanvullende regelgeving en heeft geen terugwerkende kracht.

Ketenregeling
• De maximale duur van de ketenbepaling is 3 jaar. Maximaal 2 x verlengen is mogelijk. Kortom, maximaal maximaal drie contracten in maximaal drie jaar (3x3-regel) worden aangegaan zonder dat er een contract voor onbepaalde tijd ontstaat. Tenzij de huidige termijn van twee jaar in cao of arbeidsvoorwaardenregeling staat vermeld, want dan prevaleert deze.
• De maximale tussenpoos waarbij de keten niet wordt doorbroken blijft standaard zes maanden. De tussenperiode kan bij cao worden verkort naar drie maanden bij terugkerend tijdelijk werk dat maximaal negen maanden per jaar kan worden gedaan (dit is nu al mogelijk bij seizoensarbeid).
• Er komt een uitzondering op de ketenregeling voor invalkrachten in het primair onderwijs die invallen wegens ziekte.

 

 

Uitzendkracht en ziekte

Hoge Raad: uitzendovereenkomst eindigt niet zonder meer bij ziekte van de uitzendkracht

Lees verder