Loonstop of loonopschorting?

Loonstop

Een loonstop is feitelijk een loonsanctie waarbij een werknemer geen recht heeft op loon. Loonstaking dus. Die gevallen staan in artikel 7:629 lid 3 BW waarbij het meest voorkomende geval zal zijn het feit dat een werknemer weigert passende arbeid te verrichten in het kader van reintegratie zoals beschreven in lid 3: 

De werknemer heeft het in lid 1 bedoelde recht niet:
a. indien de ziekte door zijn opzet is veroorzaakt of het gevolg is van een gebrek waarover hij in het kader van een aanstellingskeuring valse informatie heeft verstrekt en daardoor de toetsing aan de voor de functie opgestelde belastbaarheidseisen niet juist kon worden uitgevoerd;
b. voor de tijd, gedurende welke door zijn toedoen zijn genezing wordt belemmerd of vertraagd;
c. voor de tijd, gedurende welke hij, hoewel hij daartoe in staat is, zonder deugdelijke grond passende arbeid als bedoeld in artikel 658a lid 4 voor de werkgever of voor een door de werkgever aangewezen derde, waartoe de werkgever hem in de gelegenheid stelt, niet verricht;
d. voor de tijd, gedurende welke hij zonder deugdelijke grond weigert mee te werken aan door de werkgever of door een door hem aangewezen deskundige gegeven redelijke voorschriften of getroffen maatregelen die erop gericht zijn om de werknemer in staat te stellen passende arbeid als bedoeld in artikel 658a lid 4 te verrichten;
e. voor de tijd, gedurende welke hij zonder deugdelijke grond weigert mee te werken aan het opstellen, evalueren en bijstellen van een plan van aanpak als bedoeld in artikel 658a lid 3;
f. voor de tijd gedurende welke hij zonder deugdelijke grond zijn aanvraag om een uitkering als bedoeld in artikel 64, eerste lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen later indient dan in dat artikel is voorgeschreven.

Loonopschorting

De werkgever is bevoegd de betaling van het in het lid 1 bedoelde loon op te schorten voor de tijd, gedurende welke de werknemer zich niet houdt aan door de werkgever schriftelijk gegeven redelijke voorschriften omtrent het verstrekken van de inlichtingen die de werkgever behoeft om het recht op loon vast te stellen., aldus artikel 7:629 lid 6 BW. Dit ziet derhalve op gevallen waarin een werknemer bijvoorbeeld herhaaldelijk niet huis is in het kader van ziektecontrole of verzuimt de arboarts te bezoeken. Komt de werknemer de verplichting alsnog na, dan vervalt de voorwaarde en is de werkgever het volledige loon (met terugwerkende kracht) te betalen. Dat is dus een wezenlijk verschil met een loonsanctie.

In de praktijk worden deze begrippen nogal eens door elkaar gehaald door een werkgever. Dit kan vervelende consequenties hebben omdat verkeerd toegepaste loonsancties  door een werknemer in rechte met succes kunnen worden aangevochten.

Laat u tijdig adviseren omtrent de (on)mogelijkheden voor het toepassen van loonsancties.

 

Oproepkracht weigert aanbod vaste uren, claimt omvang obv rechtsvermoeden

Oproepkracht weigert aanbod werkgever voor een vaste arbeidsomvang; oproepkracht kan ook in dat geval met succes nog steeds een beroep doen op het rechtsvermoeden van de arbeidsomvang. Verhouding art. 7:610b BW (rechtsvermoeden van arbeidsomvang) en art. 7:628a lid 5 BW (verplicht aanbod vaste arbeidsomvang bij oproepovereenkomst na periode van 12 maanden). Kan werknemer met terugwerkende kracht beroep doen op rechtsvermoeden art. 7:610b BW als hij aanbod op grond van art. 7:628a lid 5 BW mede t.a.v. die periode heeft afgewezen?

Lees verder
Vragen over vaststellingsovereenkomst?
Chat via WhatsApp