Is scheiden zonder juridische bijstand verstandig?

Wetsvoorstel

Op 5 september 2014 heeft de ministerraad ingestemd dat het Wetsvoorstel ‘Scheiden zonder rechter’ voor advies wordt gezonden aan de Raad van State. De tekst van het wetsvoorstel en van het advies worden openbaar zodra deze zijn ingediend bij de Tweede Kamer.

Is het regelen van uw echtscheiding zonder tussenkomst van juridische bijstand wel verstandig? Echtscheidingen zijn juridisch zeer complex. U dient beslissingen te nemen die belangrijke rechtsgevolgen hebben. Goede juridische begeleiding bij een echtscheiding is zeker aan te bevelen. Wanneer de afwikkeling van een echtscheiding niet of ondeugdelijk is geregeld, dient op een later moment alsnog veelal geprocedeerd te worden. Wij willen u erop wijzen dat in het wetsvoorstel de mogelijkheid om te scheiden via de rechtbank zal blijven bestaan.

Vaak bent u het wel met elkaar eens dat de echtscheiding moet worden uitgesproken. Het wetsvoorstel omvat in dat geval de mogelijkheid dat u zich niet hoeft te wenden tot de rechter, maar tot de ambtenaar van de burgerlijke stand. Dit is alleen mogelijk als er geen minderjarige kinderen zijn.

Hoe zit het dan met de overige zaken: alimentatie, pensioen, verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap etc? Als u deze zaken niet regelt, moet u wellicht op een later moment alsnog gaan procederen. Met een vonnis kunt u immers nakoming van de afspraken afdwingen. Het regelen van een echtscheiding met deskundige bijstand via de rechtbank heeft voordelen.

Zodra het wetsvoorstel en het advies openbaar zijn, zullen wij u nader informeren.

Oproepkracht weigert aanbod vaste uren, claimt omvang obv rechtsvermoeden

Oproepkracht weigert aanbod werkgever voor een vaste arbeidsomvang; oproepkracht kan ook in dat geval met succes nog steeds een beroep doen op het rechtsvermoeden van de arbeidsomvang. Verhouding art. 7:610b BW (rechtsvermoeden van arbeidsomvang) en art. 7:628a lid 5 BW (verplicht aanbod vaste arbeidsomvang bij oproepovereenkomst na periode van 12 maanden). Kan werknemer met terugwerkende kracht beroep doen op rechtsvermoeden art. 7:610b BW als hij aanbod op grond van art. 7:628a lid 5 BW mede t.a.v. die periode heeft afgewezen?

Lees verder
Vragen over vaststellingsovereenkomst?
Chat via WhatsApp