Aanpassen of terugvorderen (‘claw back’) buitensporige bonussen

Vanaf 1 januari 2014 kunnen buitensporige bonussen worden aangepast of teruggevorderd. De Eerste Kamer heeft op 10 december 2013 ingestemd met het wetsvoorstel (32 512). Dit heeft een aantal wijzigingen in Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en de Wet op het Financieel Toezicht tot gevolg.

De achterliggende reden voor deze wetswijziging is dat buitensporige bonussen hebben bijgedragen aan – achteraf gezien – een onverantwoord risicobeleid binnen financiële ondernemingen. Als gevolg hiervan heeft de overheid ondernemingen in deze sector moeten ondersteunen. Bonussen kunnen zo hoog zijn dat men het belang van de onderneming uit het oog verliest.

Voor wie geldt deze regeling?

Bestuurders van alle nv’s en van alle financiële ondernemingen
Dagelijks beleidsbepalers van financiële ondernemingen
De regeling raakt ook bestaande contracten.


Onder financiële ondernemingen vallen onder andere banken, verzekeraars en beleggingsondernemingen.

Aanpassen bonussen:
Het bevoegde orgaan, zoals bedoeld in artikel 2:135 lid 4 BW, is bevoegd om de hoogte van een bonus aan te passen tot een passende hoogte indien de uitkering van de bonus naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn wanneer de financiële situatie van de onderneming een uitkering van een bonus niet toelaat, maar met deze situatie onvoldoende rekening is gehouden toen de bonus in het vooruitzicht werd gesteld.

Terugvorderen bonussen:
Een bonus kan geheel of gedeeltelijk worden teruggevorderd, voor zover de uitkering heeft plaatsgevonden op basis van:

Onjuiste informatie over het bereiken van de aan de bonus ten grondslag liggende doelen of omstandigheden waarvan de bonus afhankelijk was gesteld.


Bevoegd tot het terugvorderen van een bonus zijn:

De vennootschap
De raad van commissarissen (over het gebruik van deze bevoegdheid wordt via het jaarverslag verantwoording afgelegd aan de algemene vergadering)
De niet uitvoerende bestuurders indien toepassing is gegeven aan artikel 2:129a BW
Een bijzondere vertegenwoordiger die is aangewezen door de algemene vergadering


De beloningen van bestuurders dienen te worden vastgelegd in de jaarlijkse rapportage en deze moet afzonderlijk besproken worden in de algemene vergadering voorafgaand aan de vaststelling van de jaarrekening.

Het wetsvoorstel bevat ook een regeling voor beursvennootschappen. Deze regeling houdt in dat een eventuele waardestijging van aandelen als gevolg van een openbaar bod, een belangrijk bestuursbesluit (2:107a BW) of een voorstel tot fusie of splitsing, in mindering wordt gebracht op de bezoldiging van de bestuurder indien hij zijn aandelen verkoopt of als hij als bestuurder vertrekt (artikel 2:137 lid 7 BW). Deze regeling heeft als doel om oneigenlijke oordeelsvorming door bestuurders in overnamesituaties tegen te gaan.

Bronnen:
http://www.eerstekamer.nl/wetsvoorstel/32512_bevoegdheid_aanpassing
http://www.eerstekamer.nl/behandeling/20131119/nadere_memorie_van_antwoord/document3/f=/vjeuoltxcpzz.pdf
http://www.rijksoverheid.nl/nieuws/2013/12/11/terugvorderen-bonussen-mogelijk.html

Uitzendkracht en ziekte

Hoge Raad: uitzendovereenkomst eindigt niet zonder meer bij ziekte van de uitzendkracht

Lees verder